Sterren van het Brein
Neurale stamcellen kunnen uitgroeien tot de verschillende celtypen, waaruit onze hersenen bestaan. De verwachtingen van de herstelcapaciteit van deze cellen is hoog, maar een locale behandeling met stamcellen is in veel gevallen niet mogelijk. Naast de ethische problemen met het toepassen van embryonale stamcellen, zijn er ook klinische problemen te verwachten, zoals het afstoten van het donormateriaal na transplantatie of het ontstaan van een tumor. Bovendien is bij een aantal hersenaandoeningen, of het nu een uitgebreid hersenletsel is of de ziekte van Alzheimer, een groot deel van de hersenschors aangedaan en is het van belang om een therapie te ontwikkelen, die het hele brein kan bereiken.
Een recente wetenschappelijke doorbraak is dat volwassen hersenen nog steeds stamcellen bevatten. Deze cellen zitten geconcentreerd in twee gebieden: de hippocampus en langs de hersenholtes. De hippocampus speelt een belangrijke rol in ons geheugen, en er zijn aanwijzingen dat de stamcellen in dit gebied hieraan bijdragen doordat ze zorgen voor een constante aanwas van nieuwe zenuwcellen. De stamcellen rondom de hersenholtes leggen eerst een afstand af van enkele centimeters, naar het gedeelte in onze hersenen waar de eerste reukinformatie wordt verwerkt. Daar groeien ze uit tot zenuwcellen; over de functie hiervan wordt nog gespeculeerd. Onderzoek in diermodellen voor hersenschade heeft onlangs aangetoond, dat bij een hersenbloeding of hersentrauma deze stamcellen naar het beschadigde hersengebied toegaan. De komende jaren zal duidelijk worden of deze stamcellen gestimuleerd kunnen worden om de beschadigde zenuwcellen daar te vervangen.
Neurale stamcellen hebben eigenschappen van astrocyten. In hersenen zitten meer astrocyten dan zenuwcellen, en deze cellen werden altijd gezien als de ondersteuners van de zenuwcellen. De laatste tijd wordt de astrocyt in ere hersteld, en zijn er sterke aanwijzingen dat deze cellen veel meer kunnen, dan alleen de zenuwcellen bijstaan. In 2008 is er een onderzoek verschenen, waaruit blijkt dat in een diermodel voor hersenletsel de astrocyten in het gebied van schade, stamceleigenschappen vertonen. Dus iedere astrocyt zou mogelijk een stamcel kunnen worden. Aangezien zenuwcellen zijn omgeven door meerdere astrocyten, zit een astrocyt altijd op de juiste plaats als er schade ontstaat. Als we deze cellen zouden kunnen stimuleren om de kapotte zenuwcellen te vervangen, dan zou dat een aantrekkelijke nieuwe therapeutische strategie zijn om hersenletsel te behandelen. Mijn onderzoeksgroep doet onderzoek naar deze lichaamseigen humane neurale stamcellen en we proberen er achter te komen hoe we deze cellen kunnen stimuleren, met als uiteindelijk doel om deze cellen aan te zetten tot reparatie van het eigen brein.